Is de natuur er voor ons? Vooral Westerse mensen denken en handelen vanuit het idee dat de natuur er is voor de mens. In de bijbel (statenvertaling) staat: de hemel is van de HEERE,maar de aarde heeft Hij aan de mensenkinderen gegeven.
Er zijn ook bijbelteksten waarin staat dat wij goed voor de aarde moeten zorgen, maar die teksten zijn minder populair.
Bij alle vergunningen (wegen, bouwen, industrie, recreatie, vliegen, scheepvaart e.d.) is het criterium dat de schade aan de natuur zo gering mogelijk moet zijn, maar een beetje schade moet kunnen. Dat leidt echter tot een opeenstapeling van kleine beetjes schade en uiteindelijk dus tot heel veel schade.
Voorschrift bij een evenement in het Transwijk Park is dat de ganzen de mogelijkheid moet worden gelaten om de veilig te vluchten als er tijdelijk bezit genomen wordt van hun vijver voor festiviteiten. Of, minder onvriendelijk, dat ze verplaatst moeten worden. Wie en wat er belangrijker wordt gevonden, is duidelijk. Het vertier van en voor de mens.
De strekking van voorschriften is altijd dat de negatieve gevolgen voor bomen, flora en fauna zoveel mogelijk beperkt moeten worden in plaats van een voorschrift dat bomen, flora en fauna er beter van moeten worden.
Gelukkig zijn er politici die begrijpen en aanvoeren dat het altijd zwaarder laten wegen van de belangen van mensen uiteindelijk niet in het belang van mensen zelf is en dat er dus wordt gehandeld uit slecht begrepen eigenbelang. Maar dat gaat toch minder ver dan de vraag stellen waarom het zo vanzelfsprekend is dat het mensenbelang voor gaat?
Je zou ook de vraag kunnen stellen waarom bomen, dieren en planten mee moeten vergaan als mensen ervoor kiezen hun bestaan in gevaar te brengen door toenemende opwarming, ontbossing en oorlogen. Apen, koeien en dolfijnen zouden kunnen denken: mag ik zelf uitmaken of ik mijn bestaan in gevaar laat brengen, ik hoef al die luxe, dat geweld en al dat bezit niet?
Hoe meer je erover nadenkt, hoe moeilijker het wordt om te bedenken waarom er wél mensenrechten zijn en geen dieren-, bomen-, planten- , vogels en vissenrechten. Hoewel je die mensenrechten ook niet moet overschatten.
Misschien is het domweg een gebrek aan empathie dat mensen parten speelt: zich niet kunnen en zich niet willen verplaatsen in de vreugde en het verdriet van dieren, flora en fauna. Sportvissers willen geloven dat een vis geen pijn heeft met zo’n haak door zijn bek, want als hij dat wél gelooft kan hij zich niet meer overgeven aan zijn hobby.
Vleeseters willen niet geloven dat een koe het verschrikkelijk vindt als haar kalf meteen na de geboorte wordt weggehaald om van de melk kaas te maken. Want als ze dat wél geloven moeten ze zich kaas, melk en kalfsvlees ontzeggen.
Kortom, een gebrek aan empathie dat voorkomt uit hebzucht en vraatzucht. Er wordt wel gezegd/gedacht dat empathie geleerd moet worden, maar waarschijnlijker is dat het kinderen wordt afgeleerd in een cultuur waarin alles draait om genot en bezit.