Had Era Contour wel zo’n haast om de bomen Ivoordreef te kappen, of heeft de rechter zich maar wat wijs laten maken?
Op 2 februari 2023 verklaarde Era Contour bij de Raad van State dat het heel veel haast had om de nog resterende 67 bomen tussen de Ivoordreef en de Einsteindreef te kappen. Vooruitlopend op de bouwvergunning voor 304 woningen wilde men beginnen met het bouwrijp maken van de grond (aanleggen infrastructuur e.d.), want de woningen moesten vóór 24 juni 2025 klaar zijn ivm met een of andere subsidie.
Zoals bekend is er nog steeds geen begin gemaakt met het bouwrijp maken van de grond, laat staan met de bouw van de woningen. Op 29 november 2024 heeft de gemeente ermee ingestemd dat de herplant pas medio 2028 plaatsvindt, omdat met de bouw van de woningen pas eind 2025 wordt begonnen.
De rechter (mr. Scholten-Hinlopen) bij de Raad van State vond het verhaal van Era Contour overtuigend en weigerde te beslissen dat gewacht moest worden op de bouwvergunning (die pas 5 januari 2024 zou worden verleend). Eerder had de rechtbankrechter mr. Wolbrink het verhaal van Era Contour al geslikt.
Anders dan Era Contour (en de gemeente) beweerden, was er dus helemaal geen haast en had met het kappen van de bomen kunnen worden begonnen eind 2025. Die bomen hadden er dus nog steeds kunnen staan!
De vraag is: waarom hoefden Era Contour en de gemeente de grote haast die er zou zijn met het kappen van de bomen niet te bewijzen? Waarom is het voor een rechter genoeg als de aannemer en de gemeente alleen maar roepen dat er grote haast is?
Niet goed voor het vertrouwen in onafhankelijke rechtspraak.,