Natuurmonumenten heeft de zeggenschap over het park rond Kasteel De Haar in Haarzuilens. De plannen voor de uitbreiding van de golfbaan behoeven de goedkeuring van Natuurmonumenten en die heeft Natuurmonumenten ook gegeven. Het ‘Beheerplan’, zo beweert de gemeente, is opgesteld in overleg met Natuurmonumenten en hetzelfde geldt voor de lijst van 744 bomen waarvoor een kapvergunning is gevraagd en gekregen.
De Utrechtse Bomenstichting heeft beroep ingesteld tegen de kapvergunning, net als de Vrienden van de Joostenlaan. Het beroep richt zich tegen een besluit van de gemeente (de kapvergunning), maar is dus eigenlijk ook gericht tegen Natuurmonumenten, die immers (volgens de gemeente) akkoord is met de kap van 744 bomen, waaronder veel monumentale bomen.
Het park rond Kasteel de Haar werd eind 19e eeuw/begin 20e eeuw onderleiding van Copijn aangelegd. Grote volwassen bomen werden overal uit Nederland vandaan gehaald om snel een volgroeid park te realiseren. Veel steden zouden trots zijn op zo’n park. Utrecht niet. Dat het om een monumentaal park gaat dat het deel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur telt voor de gemeente Utrecht niet.
De gemeenteraad ging op 13 januari 2014 akkoord met het bestemmingsplan Haarzuilens. Dat bestemmingsplan moest de weg vrij maken voor de uitbreiding van de golfbaan ten koste van het park van Kasteel De Haar. Veel discussie over het bestemmingsplan was er niet, want het was allaat op de avond en er was al heel wat gediscussieerd over de Bieb++ op het Smakkelaarsveld, waar inmiddels ook vrijwel alle grote Platanen zijn verdwenen.
GroenLinks en de SP vonden het zonde van die 780 bomen die gekaptmoesten worden. Wethouder Isabella (PvdA) beweerde dat een groot deel van deze bomen”wildgroeiend groen was dat inmiddels wat dikte gekregen had”. Er zou niettemin heel zorgvuldig gekeken worden alvorens de kapvergunning te verlenen. De overeenkomst tussen de golfclub, de gemeente en Natuurmonumenten (eigenaar van de grond) zou er borg voor staan dat de uitbreiding zorgvuldig en gefaseerd zou plaatsvinden. Die toezegging was voor de rest van de raad genoeg.
De Vries (GroenLinks) wees er op dat het park deel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur, waarvoor geldt dat er geen aantasting mag plaatsvinden tenzij er sprake is van een “groot openbaar belang” en dat de uitbreiding van de golfbaan moeilijk als zodanig kan worden beschouwd. Hij wees er ook op dat de Commissie voor de Milieueffectrapportage had geconcludeerd dat de aanleg van de 18-holes golfbaan zich lastig verdraagt met de ‘optimale inrichting voor natuurwaarden’, laat staan ‘het herstel van het oorspronkelijke parkontwerp’.
Het hielp allemaal niets, het was “een beetje zonde van het groen”(Haage, PvdA), maar na ruim tien jaar van voorbereiding en discussie moest er nu maar eens een klap opgegeven worden en werd het
bestemmingsplan ongewijzigd vastgesteld. Op 3 november 2015 discussieerde de raadscommissie Stad en Ruimte over de voorgenomen bomenkap door de golfclub. GroenLinks en de PvdD twijfelde aan financiële haalbaarheid en waren bang dat de bomen gekapt worden en dat er daarna voor de herinrichting geen geld meer zou zijn.
Paardekoper (GroenLinks) herinnerde eraan dat wethouder Isabella had beloofd dat er “boom voor boom” gekeken zou worden of die wel gekapt zouden moeten worden, maar dat er tot op heden geen boomonderzoek had plaatsgevonden. De heer Matser (VTH), te hulp geroepen door wethouder Geldof, legde uit dat de bomen stuk voor stuk bekeken waren. Wat niet waar was. Zijn collega Bleis liet weten dat de golfclub samen met Natuurmonumenten het beheerplan had gemaakt. De lijst met te kappen bomen zou ook samen met Natuurmonumenten zijn opgesteld. Wethouder Geldof wist het daarna opeens ook heel zeker: “Boom voor boom is een en ander nagelopen” en de discussie werd gesloten.
Een maand later werd de kapvergunning verleend. En wat blijkt? De bomen zijn helemaal niet “boom voor boom” bekeken. Of de monumentale bomen nu goed of slecht zijn “is echter niet relevant nu het kappen van de bomen afhangt van de vraag of deze al dan niet in de weg staan voor realisatie van het inrichtingsplan”, aldus het besluit. De door de golfclub ingediende inventaris van bomen zou het bovendien niet goed mogelijk hebben gemaakt de bomen afzonderlijk te beoordelen, aldus de gemeentelijke beoordelaar.
Overigens, in maart 2015 vroeg de Stichting Vrienden van de Joostenlaan (die net als de Utrechtse Bomenstichting beroep heeft ingesteld tegen de kapvergunning) toestemming tot betreding van het golfterrein om door een eigen deskundige een boomonderzoek/quickscan flora- en fauna te laten doen. Het in opdracht van de golfclub verrichte flora- en fauna onderzoek dateert uit 2010 en verloor na 3 jaar zijn geldigheid. Zoals de gemeente weet, werd dat verzoek door de golfclub geweigerd.
Wat ook blijkt is dat de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed het niet eens is met de keuze van de bomen die door de golfclub terug worden geplant: past niet bij het oorspronkelijk ontwerp. De vergunning bevat bovendien geen voorschrift waarmee aan de golfclub een verplichting wordt opgelegd om de te kappen bomen te compenseren, laat staan een termijn waarbinnen dat moet gebeuren. Stel dat de golfclub begint met al die bomen (ruim 700 volwassen bomen) te kappen en daarna in geldnood komt. Jammer, maar helaas.
Veel leden heeft Golfclub de Haar niet. Het aantal schommelt al jaren rond de 600. Er zijn in de provincie 17 golfbanen en er komen er binnenkort weer twee bij. En als je dan 10.000 euro moet betalen om lid te mogen worden, dan zal de Golfclub De Haar niet veel groter worden. De vraag is dus of die 600 leden in staat en bereid zijn om al die miljoenen bij elkaar te brengen die nodig zijn om de uitbreiding en de aanplant van nieuwe bomen te financieren. De gemeente heeft zich die vraag niet gesteld.
Kortom: de gemeente heeft geen boom-voor-boom onderzoek gedaan, terwijl het om monumentale bomen gaat. De gemeente heeft zich niet de vraag gesteld of de uitbreiding van de golfbaan een belang is dat zo groot en openbaar is dat het belang van de Ecologische Hoofdstructuur daarvoor moet wijken. De gemeente gaat voorbij aan de kritiek van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed die het niet met de sortimentkeuze eens is. De gemeente heeft geen behoefte aan een actueel flora- en fauna onderzoek. Dat de aanleg van 18-holes zich lastig verdraagt met de ‘optimale inrichting voor natuurwaarden’ en ‘het herstel van het oorspronkelijke parkontwerp’ is voor de gemeente ook geen punt van overweging. In de vergunning is geen voorschrift opgenomen dat de golfclub verplicht om voldoende nieuwe bomen te planten. De gemeente wil niet weten of de golfclub het kapitaal bij elkaar kan brengen om het park te herstellen als die 744 bomen gekapt zijn. Wat beweegt de gemeente om het bestuur van de golfclub zo ter wille te zijn?