Als nu iets is gebleken door de coronapandemie is dat mensen te dicht op elkaar leven, wonen en werken, waardoor infecties makkelijk worden overgedragen. Dat kan je in een stad als Utrecht goed zien als het weer het toelaat een luchtje te scheppen, te gaan wandelen of ergens langs het water of in het groen te gaan zitten. Dan zie je overal mensen te dicht op elkaar zitten en wandelen.
Dus niet elke vierkante meter in de verkoop doen, geen reststukjes groen verkopen en geen vergunning geven om alles wat groen is vol te bouwen. Dus ook stoppen met verdichten door grondgebonden woningen te vervangen door hoogbouw, waardoor meer bewoners met minder groen en minder openbare ruimte moeten doen.
Nog steeds lezen we echter in de toelichting bij elke verleende kapvergunning dat er voldoende bomen in de buurt zijn die de ecologische betekenis kunnen overnemen van de bomen waarvan de kap verleend wordt. Maar dat stadium zijn we al lang voorbij.
Zowel wat betreft het aantal bomen per inwoner (0.5 boom) als wat betreft aantallen vierkante meters groen scoort Utrecht slecht en met het jaar slechter. Het is dankzij ruimer opgezette wijken als Leidsche Rijn dat Utrecht niet nog veel slechter scoort.
Bij dat aantal bomen per inwoner moet overigens bedacht worden dat in Utrecht de gemiddelde leeftijd van bomen steeds lager wordt doordat volwassen bomen worden geofferd aan verharding en bebouwing en gecompenseerd/vervangen worden door jonge aanplant en bomen die klein blijven en minder ruimte innemen.
In de Staat van Utrecht 2018, uitgave van de provincie en de stad Utrecht staat een onthutsende tabel, waaruit blijkt dat er per inwoner maar 0,04 ha dagrecreatie, 0 ha natuur en 0 ha natuurlijk terrein is. En dan hebben ze nog het gemiddelde genomen van de stad. Zou je alleen de binnenstad e.o. nemen, dan praat je bijna over één en al steen.