Terwijl de projectontwikkelaar 20 december via de gemeente aan de rechtbank had laten weten te zullen wachten op de uitspraak van de rechtbank, besloot een meerderheid van de gemeenteraad op 22 december, onder aanvoering van GroenLinks, dat er niet op de uitspraak mocht worden gewacht en er meteen moest worden gekapt.
Donderdag 22 december 2022 besloten GroenLinks, D66, VVD, PvdA, Student&Starter en PVV om zich alvast niets aan te trekken van de uitspraak die de rechter nog moet gaan doen in de zaak die de Bomenstichting had aangespannen tegen het kappen van 67 bomen. Respect voor de rechtbank is er niet bij.
De Partij voor de Dieren, Volt en Utrecht Solidair hadden in een motie opgeroepen met het kappen van de bomen te wachten tot de rechter zich daar over zou hebben uitgesproken. De bomen zouden moeten worden gekapt om de bouw van woningen mogelijk te maken conform het bestemmingsplan Ivoordreef dat de 22e werd vastgesteld.
Vooruitlopend op de vaststelling van het bestemmingsplan had het college een jaar eerder (2 december 2021) alvast een vergunning vertrekt om de bomen te kappen, zij het onder de voorwaarde dat er pas gebruik van mocht worden gemaakt als het bestemmingsplan was vastgesteld.
De Bomenstichting stelde beroep in tegen deze wel zeer voorbarig verleende kapvergunning omdat niemand nog kon weten hoe dat bestemmingsplan zou worden vastgesteld. Misschien wel gewijzigd zodat er minder bomen hoefde te worden gekapt. Het beroep tegen de kapvergunning moest nog behandeld worden.
Het instellen van beroep schorst in ons rechtssysteem niet het besluit waartegen beroep is ingesteld. Voor zo’n schorsing is ook een verzoek voorlopige voorziening nodig. Omdat het beroep nog niet behandeld was en de gemeenteraad het bestemmingsplan op 22 december naar alle waarschijnlijkheid zou gaan vaststellen, verzocht de Bomenstichting 17 december om de voorlopige voorziening.
Op 20 december berichtte Juridische Zaken aan de rechtbank dat de ontwikkelaar bereid was de werkzaamheden uit te stellen in afwachting van de uitspraak van de voorzieningenrechter. De ontwikkelcombinatie deed dus waar in de verworpen motie om werd gevraagd.
De eerste vraag die opkomt is natuurlijk: waarom vertelde de wethouder (Van Hooijdonk van GroenLinks) de raad niet dat de ontwikkelaar de gemeente 2 dagen eerder had laten weten bereid te zijn te wachten op de uitspraak van de voorzieningenrechter en dat de motie iets vroeg wat de ontwikkelaar al had toegezegd?
De tweede vraag is: houdt de gemeenteraad er helemaal geen rekening mee dat burgers in ons rechtssysteem beroep kunnen instellen tegen het bestemmingsplan en dat dat natuurlijk geen zin heeft als je nog vóórdat er beroep kan worden ingesteld de bomen al vast kapt?
De eerste vraag, die moet de wethouder maar beantwoorden. Wat de tweede vraag betreft is het antwoord duidelijk: de gemeenteraad wil zoveel mogelijk verhinderen dat burgers beroep instellen tegen bouwplannen van de gemeente. Dat is ook waarom plannen pas de inspraak ingaan als ze tot in de kleinste details zijn voorbereid en er praktisch gesproken niets meer aan te veranderen valt. En het is ook waarom de gemeente zo veel mogelijk zorgt dat de bomen al gekapt zijn vóórdat burgers tegen de bouwplannen in beroep kunnen gaan.
De gemeente, in dit geval dus partijen als GroenLinks en D66 (ooit opgericht om de democratie een betere kans te geven) speculeren er op dat burgers, als de bomen eenmaal zijn gekapt, de hoop op zullen geven en van beroep zullen afzien.
Ooit stelde GroenLinks voor het kappen te verbieden zolang bouwplannen nog niet onherroepelijk waren (dus nadat er tot en met de Raad van State over was geprocedeerd). Dat was de motie Giesberts (2005). Maar dat is lang geleden en toen zat GroenLinks nog niet in het college.
Ooit kwam GroenLinks op voor alles wat groen was. Sinds GroenLinks in het college zit (2006) kan je als bomenbeschermer beter met een projectontwikkelaar te maken hebben (die bereid is te wachten op de uitspraak van de rechter) dan met GroenLinks die meteen wil kappen en niet op de uitspraak wil wachten.