Sinds enige tijd is de Algemene Plaatselijke Verordening, op basis waarvan een kapvergunning kan worden verleend, een bepaling rijker. Bomen die worden gekapt moeten één op één worden gecompenseerd.
Dat compenseren moet bij voorkeur op eigen terrein of in de buurt gebeuren. Lukt dat niet dan mag die compensatie ook aan de andere kant van de stad plaatsvinden. En als dat niet lukt mag de compensatie afgekocht worden door de “boomwaarde” in de kas van de gemeente te storten.
De grote volwassen bomen die gekapt werden om hockeyvelden in de Vechtstrook aan te leggen werden deels gecompenseerd langs de M.L. Kinglaan: 42 sprietjes.
Van serieuze compensatie was geen sprake. In de eerste plaats omdat het plan om boompjes te planten langs de M.L. Kinglaan al lang genomen was voordat het besluit genomen werd de bomen langs de Vechtstrook te kappen. Met andere woorden: toen de plannenmakers besloten de bomen bij de Vechtstrook te kappen is er gezocht naar boompjes ergens in de stad die net waren geplant of binnenkort toch al zouden worden geplant en die zouden dan de compensatie gaan vormen.
Ook om een andere reden was van compensatie geen sprake. Bij de aanleg van de fly-over zijn destijds 192 volwassen bomen gekapt. Langs de M.L. Kinglaan was het nog steeds een kale boel. Vandaar die 42 sprietjes, die dus in feite de (povere) compensatie waren voor die 192 bomen.
Kortom: de gemeenteraad kan nu wel beslissen dat elke te kappen boom één op één moet worden gecompenseerd, de ambtelijke dienst die plannen maakt waarbij bomen in de weg staan, vindt daar wel wat op zodat er niet echt gecompenseerd hoeft te worden. Want bomen nemen maar ruimte in beslag.