Op een niet na te volgen wijze zou besloten zijn dat Utrecht moet uitbreiden tot enkele maten groter. Was het inwoneraantal op 1 januari 2000 nog 233 667, men wil in 2025 de 400.000 aantikken. In 2040 zal Utrecht naar verwachting van enkele jaren geleden tegen de 455.000 aan zitten.
Het leven (wat niet hetzelfde is als economisch gewin) in de grote stad wordt door zo’n extreme groei er niet beter op, zoals veel voorbeelden van elders laten zien.
De stadsuitbreiding verloopt niet zachtzinnig. Bestaande structuren in wat eerst nog natuur of agrarisch gebied was worden grotendeels vernietigd, dit ondanks het behoud van vroegere toponiemen en hier en daar een slootje of weggetje in gewijzigde vorm handhaven. Met de natuurlijke omgeving gaat het niet anders. Opvallend is het verdwijnen van duizenden bomen, die erg belangrijke structuurdragers, kapstokken van de ecologie zijn.
Je zou zeggen dat dat in een stad met zoveel groen in de politiek, in naam en partijkleur, wel beter kan. Nee dus. De stedenbouwkundigen behandelen het gebied op hun tekenblad grotendeels als een leeg gebied en hebben er een handje van over boomstructuren heen te plannen. Bomen moeten dan verdwijnen, zo vinden de stedenbouwkundigen en de industrieel werkende projectontwikkelaars en aannemers.
In Finland (op de Faeröer-eilanden na het gebied met de grootste boomdichtheid in Europa) wordt om de bomen heen gebouwd (1), wat ook verrassende, speelse stratenpatronen oplevert, alsof de nieuwbouwlocatie langzaam en organisch gegroeid is. Finland heeft dan ook de oudste, dikste en hoogste bomen van Europa (2).
Het is te hopen dat de Utrechtse bevolking tegen het naderen van de volgende lokale verkiezingen hier flink stennis over gaat maken en dat er daarna veel verandert.