Voortbestaan Hommelbos door 70 meter hoge flat bedreigd. UBS deed aangifte bij het OM ivm met mogelijke omkoping.
Het Hommelbos grenst aan het Rachmaninoffplantsoen. Er staan knoert oude bomen. Op de rand daarvan zou, als de gemeente zijn zin krijgt, een flat moeten komen van 70 meter hoog. Dat betekent het eind van het Hommelbos.
Die flat zou moeten komen op het meest westelijke deel van het parkeerterrein Rachmaninoffplantsoen, op wel heel korte afstand van en tussen het voormalige kantoor van de gemeente én de flat langs Weg der VN. Een volstrekt onmogelijke plek, reden waarom de gemeente de grond onder dat plantsoen verkocht onder voorwaarde dat het alleen voor parkeren mocht worden gebruikt.
Op 26-1-2022 deed de Utrechtse Bomenstichting aangifte bij het OM ivm mogelijke omkoping. Lees hieronder waarom.
De gemeente Utrecht sloot op 6 maart 2018 een overeenkomst met Rachmaninoffhuis bv voor de verkoop van twee parkeerpercelen. De opbrengst was 311.868 euro. Op 3 oktober 2018 werd de grond doorverkocht aan Bouwinvest Dutch Institutional Residential Fund N.V. voor 1.280.917 euro.
Volgens de verkoopaktes mocht de grond, in gebruik als parkeerterrein, niet bebouwd worden, anders dan asfaltering voor de aanleg van een parkeerterrein. Volgens het bestemmingsplan Actualisering 2015, Oog in Al en Lunetten heeft de grond de bestemming “Verkeer-Verblijfsgebied” en “Waarde-Archeologie”.
Ondanks de bestemming van de grond en het aan de grondverkoop verbonden beding dat de grond niet mocht worden bebouwd was Bouwinvest op 3 oktober 2018 dus bereid bijna een miljoen meer te betalen dan waarvoor de gemeente de grond een half jaar eerder van de hand had gedaan.
Op 23 juni 2021 maakte het Utrechtse college een intentiedocument bekend, waarin staat dat Rachmaninoffhuis bv en Bouwinvest met MOOI Ontwikkelt als ontwikkelaar zich bij de gemeente gemeld hadden met een plan voor hoogbouw op een deel van het parkeerterrein. Daar besluit de gemeente aan mee te werken, hoewel het plan geheel in strijd is met niet-bouwen-beding.
De gemeente beweert n.a.v. schriftelijke raadsvragen 2021, nummer 192 dat vanaf mei 2019 gesprekken met de gemeente plaatsvonden over toekomstige ontwikkelkansen. Dat sluit niet uit dat 7 maanden eerder aan Bouwinvest de toezegging is gedaan dat het met dat niet-bouwen beding niet zo’n vaart zou lopen. Anders kan niet verklaard worden dat Bouwinvest op 3 oktober 2018 bereid was 1.280.917 euro te betalen voor een stuk grond dat volgens de gemeente, gegeven de bestemming van de grond en gegeven het niet-bouwen-beding slechts 311.868 euro waard was.
Inmiddels zet de gemeente zich samen met Bouwinvest in voor de planontwikkeling van een gebouw van 70 meter hoog en een footprint van 24 x 24 meter, nota bene op grond waar het bouwen door de gemeente uitdrukkelijk door middel van een kettingbeding werd uitgesloten. Op kosten van de Utrechtse belastingbetaler en ten gunste van Bouwinvest worden meerdere ambtenaren ingezet om het verzet van omwonenden met dictatoriale inspraakmethoden te breken.